Thema’s > Griekse Economie
De Griekse economie bevindt zich in zwaar weer. In de jaren tachtig steeg het aandeel van de publieke sector van 55% naar 70%. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten. Griekenland is zeer afhankelijk van de structuurfondsen van de EU. Sinds januari 2001 maakt Griekenland deel uit van de Eurozone. Direct na de verkiezingen in 2004 is de nieuwe regering Karamanlis begonnen met een grootschalige inventarisatie, die het werkelijke beeld van de Griekse economie duidelijk zou moeten maken. Dit heeft geleid tot een neerwaartse aanpassing van alle begrotingen na 2000 en een strenger toezicht van EU-zijde op Griekenland. Dit heeft geleid tot hevige reacties van de oppositie, alsook incidenteel commentaar binnen de regeringspartij. Op economisch gebied heeft de regering Karamanlis beloofd het tekort in 2006 weer onder de 3%-grens te brengen en structurele aanpassingen te zullen doorvoeren. Hoofddoelstellingen zijn de verbetering van de concurrentiepositie van de Griekse economie in zijn geheel en een betere absorptie van CSF-fondsen (hetgeen noodzakelijk is voor de implementatie van de overige maatregelen). Men streeft bovendien naar een snelle doorvoering van privatiseringen, een vermindering van de werkloosheid, de ondersteuning van het MKB en het aantrekken van buitenlandse investeringen. Er zijn tot op het heden nog geen concrete resultaten zichtbaar, met uitzondering van de vaststelling van een tekort van 6,14%, hetgeen als basis moet dienen voor verdere stappen.
- BBP: EUR 164.421,- miljoen (2004) Bron: Ministerie van Financien
- Economische groei: 3,7% (2004)
- BBP per capita: EUR 12.311 (2001, schatting); 11.571 (2000) $18.720 (2002) Bron: Wereldbank)
- Inflatie: 3,1% (2004)
- Beroepsbevolking per sector (2003)
- Diensten (waaronder overheid, 60%),
- industrie (20%),
- landbouw en visserij (20%)
- Werkloosheid: 10,1% (2004)
- Uitvoer: EUR 9,0 miljard (2001, jan-sept); EUR 11,1 miljard (2000)
- belangrijke producten: 64,1% (2003) Industriële producten (chemicaliën, machines+onderdelen), ruwe grondstoffen,, petroleum-producten, 21,3% (2003) landbouwproducten (kaas, groenten, fruit, katoen, tabak, olijfolie, levende dieren).
- belangrijkste partners: EU (51,6%): Duitsland (12,6%), Italië (10,5%), Verenigd Koninkrijk (6,5%); Verenigde Staten (6,5%)
- Invoer: EUR 24,8 miljard (2001, jan-sept); EUR 33 miljard (2000)
- belangrijke producten: Machinerie, ruwe olie, chemicaliën, landbouwgoederen, (vlees/zuivel) verwekt voedsel en dranken, diensten, zaden en bloemen
- belangrijkste partners: EU (66,2%): 1. Duitsland 2. Italië 3. Engeland 4. VS 5. Bulgarije 6. Frankrijk 7. Turkije 8. Spanje 9. Nederland (Bron: KvK Athene)
Valuta: Euro
Buitenlandse schuld: EUR 198,8 miljard (=120.9%BBP) Bron: MinFin (NB. Eurostat: 182,7 mld.= 110,5% BBP)
Debt-service ratio
17,4% (2000)
Saldo handelsbalans
15,8 miljard (tekort, 2001, jan-sept); 21,9 miljard (tekort, 2000)
Lopende rekening betalingsbalans
5,0 miljard (tekort, 2001, jan-sept); 8,4 miljard (tekort, 2000)
Groeisectoren
Scheepvaart, toerisme (verwachting), supermarkten/fast food, energie
Energiesituatie
Griekenland is in hoge mate aangewezen op de import van energie, voornamelijk olie. Griekse bruinkool is de voornaamste grondstof voor de elektriciteitsproductie. Aardgas als grondstof komt sterk op.
Human development index
0,892(2003, 24ste plaats)
Gender-related development index
0,894 (2003, 25e plaats)
% inwoners dat leeftijd van 60 niet haalt
9,1 (1995-2000, 23e plaats)
Alfabetisering
96,1% (v) 98,5% (m) (2003)
Corruptie
Volgens een onderzoek uit 2008 gaven de Grieken in 2007 samen 613 miljoen euro uit aan smeergeld. De studie werd gedaan door de anticorruptie-organisatie Transparency International. Maar liefst een kwart van de gezinnen verklaarde dat een of meerdere ambtenaren hen vorig jaar om smeergeld heeft gevraagd. Het gaat om ambtenaren bij de belastingen en de diensten die bouwvergunningen leveren en in ziekenhuizen.
Een op de tien gezinnen moest ook bij dokters, bankbedienden en advocaten smeergeld betalen. In deze sector bedroeg het gemiddelde bedrag aan smeergeld 1.554 euro.
Griekenland staat op de corruptie-index van Transparency International een ranglijst waarop landen gerangschikt staan van minst naar meest corrupt pas op de 56e plaats. In Europa staan alleen Polen, Roemenië en Bulgarije nog lager. Nederland staat in die index op de zevende plaats.
De Griekse premier Karamanlis verklaarde in een reactie op de studie dat hij de corruptie in zijn land wil aanpakken via het internet. Door veel meer diensten online aan te bieden wil hij de macht van allerlei tussenpersonen aan banden leggen.